Column Jan Dirk van der Zee, directeur amateurvoetbal 12-12-2018

Onze jacht gaat door

‘In Nederland trainen we onze kinderen om stil te zitten,’ concludeerde Art Langeler tijdens de bondsvergadering afgelopen dinsdag. De directeur Voetbalontwikkeling van de KNVB sprak er over bewegingsarmoede en slechte motorische ontwikkeling van jongens en meisjes op de basisschool. In dat licht gaf hij een voorbeeld van zijn zoontje, dat het liefst de hele dag zou willen bewegen, maar gekluisterd wordt gehouden aan de stoel en het leslokaal.

Ook de bekende hoogleraar neuropsychologie Eric Scherder brak een lans voor meer beweging. Hij presenteerde een onderzoek van kinderen met obesitas, waaruit blijkt dat hun brein na een aantal maanden sport significant meer activiteit laat zien en verbindingen weet te leggen. Volgens de wetenschapper is het noodzakelijk voor een kind om ergens moeite voor te doen, voortdurend te worden uitgedaagd en te vernieuwen.

Het zijn woorden die als muziek in de oren zullen klinken van SP-Tweede Kamerlid Michiel van Nispen. Hij dient deze week een wetsvoorstel in om kinderen op de basisschool voortaan drie uur gymles van een vakleerkracht te geven. Als het voorstel wordt aangenomen, wat we met heel Nederland toch hopen, zijn het de eerste punten die worden gescoord om de jeugd meer te laten bewegen.

Toch moet er nog veel meer gebeuren. Zo is de voetbalbond een voorstander van beweging in de pauzes (en andere lesuren), naschools sporten in de schoolomgeving, samenwerkingen met sportverenigingen en het afschaffen van een algemeen cijfer voor gym. Dit laatste kan vervangen worden door punten die je kunt scoren voor allerlei onderdelen van de les lichamelijke oefening: van koprol tot touwklimmen, van apenkooi tot handstand en van afgooi tot slagbal. Het fysieke alfabet. Daarnaast is het belangrijk dat gemeenten en bedrijven buitenruimtes zo inrichten, dat het na schooltijd veel leuker wordt om buiten te spelen, dan op een beeldscherm te turen.

Hard nodig.

Want welke voetbaltrainer je ook spreekt, niemand zal ontkennen dat de bewegingsarmoede in Nederland zijn tol begint te eisen. Hardlopen, springen, sprinten, vallen en weer opstaan… voor een snel groter wordende groep kinderen wordt dit problematisch. Trainers in het jeugdvoetbal concentreren zich daarom steeds vaker op het aanleren van basisvaardigheden, voordat er überhaupt een bal wordt aangeraakt.

Een groter contrast tussen de sessie bij de bondsvergadering over bewegingsarmoede en de loting van het WK Vrouwenvoetbal in Frankrijk, was niet mogelijk. In de Parijse theaterzaal werd afgelopen zaterdag duidelijk dat het voetbal voor vrouwen de sterrenstatus heeft bereikt. Een wereld van verschil met mijn eerste kennismaking met de sport, nu vier jaar geleden in Canada op het WK. Ga maar na: voor het eerst in de geschiedenis heeft een vrouw de Gouden Bal voor beste voetbalster van Europa gewonnen, de UEFA gaat miljoenen investeren in het vrouwenvoetbal, de FIFA heeft het prijzengeld substantieel verhoogd voor het komende WK, clubs krijgen geld voor spelers die ze afstaan, er komt een uitzwaaiwedstrijd in een groot stadion in Nederland en we hebben duizenden fans die mee willen naar Frankrijk.

‘Onze jacht gaat door,’ klonk het vastberaden na de loting. Bij de OranjeLeeuwinnen is de drang om wereldkampioen te worden groot. Dat zal de kersverse bondsridders – Foppe de Haan en Bert van Lingen (die op de bondsvergadering tot de adelstand van de KNVB werden verheven) met trots vervullen. Zij geloven in de beweging die voetbal heet en doen er nog elke dag alles aan om volwassenen, maar vooral kinderen van het spel te laten genieten.

Hulde.