Column Jan Dirk van der Zee, directeur amateurvoetbal
VOETBALHEIMWEE
‘De honger naar de bal is niet te doen zo groot’, schrijft Johan van Boven op 16 april in een tweet. Hij liet een drone vliegen boven de verlaten voetbalvelden van VV Dordrecht en filmde de ontzielde diepte. Het gedicht dat hij erbij schreef, werd een gesproken ode aan het voetbal. Het is alsof je de jonge Jules Deelder hoort. Zelfde ritme, zelfde hamerende stijl, zelfde tongval. De eerste regels gaan als volgt:
‘Geen voetbaltas bovenop het stuur. Geen opstelling om naar te gissen. Geen extra mannetje in de muur. Geen kans om niet te missen. Geen gekras van ijzeren noppen. Geen gefoeter langs de lijn. Geen duizeling na het koppen. Geen gekerm van de pijn. Geen tos rond de middenstip. Geen spits die draait en kapt…’
Absoluut. Het is een lichtpuntje. De persconferentie van dinsdag. Het nieuws dat het amateurvoetbal voorzichtig op gang wordt gebracht en de jeugd onder deskundige begeleiding vanaf 29 april weer mag voetballen. Toch zal het de meesten niet weerhouden om mij de vraag te stellen, die na de uitbraak van Covid-19 bijna dagelijks klinkt: ‘Gebeurt er nog wat bij de amateurs, of ligt het verenigingsleven helemaal stil?’ Anders dan gedacht, barst het bij de verenigingen van de bedrijvigheid en nieuwe initiatieven. Er is door de coronacrisis een solidariteit bij clubs op gang gekomen, die de lokale gemeenschap als nooit tevoren lijkt te verenigen. Het speelt zich alleen af op andere plekken dan de sportaccommodaties.
Zo las ik in het dagblad De Stentor het verhaal over voetbalclub Overwetering. Een vereniging uit het Overijsselse Olst, die om de onderlinge verbondenheid aan te halen het initiatief nam voor de ontwikkeling van een speciaal coronashirt. “Ik kreeg kippenvel van al die gezinnen die thuis moesten zitten,” zegt initiatiefnemer Ferdi van Breukelen tegen de krant. “Als clubleden zijn we nu al meer dan een maand niet samen geweest. We zochten iets wat ons bij elkaar kon brengen”.
Andere clubs, zoals AZC Zutphen, schonken hun kantinevoorraad aan de voedselbank. In Wolfheze hielpen voetballers van Wodanseck de supermarkt bevoorraden en doen tot op de dag van vandaag boodschappen voor de ouderen in de buurt. Weer andere verenigingen hebben zorgmedewerkers een hart onder de riem gestoken met dankfilmpjes (Warnsveldse Boys) of hulpacties opgezet voor sponsors in nood (OJC Rosmalen en SC Susteren). Ook wordt er door verenigingen werk gemaakt van alternatieve voetbaltrainingen voor de jeugd. Van het Amsterdamse vv HBOK (Het Begon op Klompen), DVOV Arnhem (Door Vrienden Opgericht Velp) en Excelsior ’31 uit Rijssen, zag ik diverse online challenges voorbijkomen, waaronder het zo lang mogelijk hooghouden van een wc-rol.
Creativiteit en solidariteit die we de komende maanden goed kunnen gebruiken in het amateurvoetbal. Niet dat ik er een hard hoofd in heb, maar ik vraag me echt af, wanneer we weer ‘normaal’ kunnen leven en voetballen. Premier Rutte beklemtoonde in de persconferentie afgelopen dinsdag, dat we pas aan het prille begin staan van de weg terug: “We willen dolgraag verder versoepelen, maar het kan simpelweg niet. De coronacrisis is een van de grootste en meest ingrijpende periodes die Nederlanders ooit zullen meemaken.”
Bij de KNVB houden we er daarom rekening mee, dat we voor een langere periode op een andere manier zullen moeten leren voetballen en trainen. Wat dat precies inhoudt en hoe lang dat gaat duren, geen idee. Maar reken er alvast op, dat anderhalve meter (voorlopig) de norm zal zijn. Dat besef alleen al, valt nauwelijks te bevatten. Want hoe beoefen je een contactsport waar het verboden is elkaar aan te raken en een schouderduw een doodzonde kan zijn? Mag je dan wel een sliding maken? De bal oppakken? Een kleedkamer gebruiken, of de derde helft ingaan? Is er zelfs sprake van een nieuw voetbaltijdperk: één voor en na corona?
Of zal het zo’n vaart niet lopen?
Wie het weet, mag zijn vinger opsteken. Vooralsnog hebben we collectief voetbalheimwee. Door niemand anders zo mooi verwoord, als Johan van Boven. Want de honger naar de bal is niet te doen zo groot.
Wees voorzichtig en blijf gezond.
Jan Dirk