Column Jan Dirk van der Zee, directeur amateurvoetbal
Waar het de komende vier jaar om moet draaien in het voetbal
Tik bij het regeerakkoord de term ‘sport’ in en het aantal woorden dat wordt gevonden is op een hand te tellen. Dat was zo’n beetje de strekking van de meeste reacties uit de Nederlandse sportwereld op de plannen van het kabinet Rutte IV
Er werd vooral getwijfeld aan het feit of deze nieuwe regering wel voldoende voelt, dat dit land in een gezondheidscrisis verkeert. Ook plaatste men vraagtekens bij de wil van de coalitiepartijen om daarin te investeren. Werd de noodzaak van een vitale bevolking niet zwaar onderschat?
Als je puur naar de cijfers kijkt, is de kritische toon verklaarbaar. 25 miljoen euro per jaar voor sport & bewegen is een schijntje vergeleken bij de andere investeringen. Helemaal als je het afzet tegen de zorgkosten en de aanhoudende stroom waarschuwingen uit wetenschappelijke hoek: bewegingsarmoede kost levensjaren. Wat anders kun je concluderen, dan dat er op z’n minst wat geringschattend wordt gedaan over het preventieve belang van sport en bewegen voor de gezondheid van dit land.
Maar goed, de tijd zal het leren.
Wat dat betreft, kon ik mij het beste vinden in de boodschap van werkgeversorganisatie VNO-NCW. Na de bekendmaking van de inhoud van het regeerakkoord, twitterde voorzitter Ingrid Thijssen: “Nu komt het aan op de uitvoering. Laten we met z’n allen – overheden, maatschappelijke partners, bedrijfsleven – de schouders eronder zetten.”
Inderdaad, want je kunt nog zoveel van dit akkoord vinden, laten wij ons vooral richten op wat er wél staat, in plaats van niet. Want het is opvallend hoeveel waarde deze regering hecht aan een centrale positie voor de sportclub. Die ziet zij zowel als motor om Nederland weer aan het sporten te krijgen, maar ook als ideaal bindmiddel voor de samenleving, een mogelijkheid zelfs om diepere betekenis aan het leven te geven.
Binnen die visie, is de zogenoemde ‘rijke schooldag’ een belangrijk nieuw initiatief. Leerlingen kunnen hiermee niet alleen hun gebruikelijke vakken volgen, maar ook iedere dag kennismaken met cultuur en sport. In een aantal landen, waaronder IJsland, wordt dit concept van de rijke schooldag al succesvol toegepast. Sportverenigingen vertolken daarin een sleutelrol. 1,5 miljard euro trekt Rutte IV ervoor uit.
Maar hoe pakken we die kansen op in het voetbal?
Deze vraag, en vele anderen, staan op de agenda van meerdere beleidssessies, die de directie van de KNVB, aan het begin van het nieuwe jaar heeft belegd. Tijdens deze bijeenkomsten worden de doelen bepaald voor het strategisch plan 2022 – 2026. Een soort regeerakkoord, maar dan voor het voetbal. Hierin geven wij antwoorden op vragen als: kan het voetbal nog duurzamer? Hoe bevorderen wij diversiteit en inclusie? Zijn er oplossingen voor het tekort aan scheidsrechters en vrijwilligers? Maar ook hoe houden wij het voetbal aantrekkelijk voor de komende generaties en is er een andere competitieopzet nodig, nu Covid langer onder ons is?
Graag daag ik u uit om met ons mee te denken: waar moet het volgens u de komende vier jaar om draaien in het voetbal?