Column Jan Dirk van der Zee, directeur amateurvoetbal

Avondlockdown valt voor het amateurvoetbal
Beste heer van der Zee,
Ik neem aan dat de KNVB druk bezig is aan het kabinet duidelijk te maken dat als amateurclubs dicht zouden moeten om 17:00 uur, dat ze daarmee dus eigenlijk helemaal dicht moeten want wedstrijden in het weekend zonder te kunnen trainen doordeweeks, kan niet en is onverantwoord tenzij ze volle spoedeisende hulpposten willen.
Nog voordat de persconferentie begon, ontving ik dit appje over de spagaat waarin het amateurvoetbal terecht zou komen als de plannen van het demissionair kabinet voor de avondlockdown door zouden gaan. Tijdens de persconferentie deed een oude rot in het vak daar nog een schepje bovenop: “Ik heb in het voetbal denk ik alles wel meegemaakt. In het voorjaar moesten we voetballers tot 27 jaar of ouder scheiden, daar is dan nu dit briljante besluit bijgekomen: 1 miljoen mensen in het voetbal mogen niet trainen, maar wel wedstrijden spelen.”
Weer een ander schreef dat hij al 14 jaar niet traint, maar in het weekend altijd zijn wedstrijdjes speelt en de problemen van de avondlockdown niet zo ziet. Gevolgd door korte berichten als: ‘Jan Dirk, sport is blijkbaar niet essentieel’ en ‘wat is nou wel en niet verantwoord?’
Na overleg met de competitiespecialisten en de medische staf van de KNVB is in ieder geval besloten, om de jeugd- en seniorencompetities in de A-categorie, komend weekend stil te leggen en ruimte te bieden voor een inhaalprogramma. Na het Kamerdebat en het advies van het Voetbal Medisch Centrum (VMC), beslissen wij over het doorgaan en de insteek van de geplande wedstrijden op 11/12 december en 18/19 december.
Voor het recreatieve voetbal geldt dat clubs aankomend weekend ‘gewoon’ hun competitieprogramma spelen. Teams die niet willen voetballen, kunnen op medewerking van de KNVB rekenen. Ook hier wordt na het Kamerdebat én het advies van het VMC per leeftijdscategorie een besluit genomen.
Het is kenmerkend voor het karakter van het amateurvoetbal, dat het zich na teleurstellingen telkens weer herpakt en verantwoordelijkheid neemt, zonder in opstand te komen. Toch is het vreselijk jammer om te constateren, dat het kabinet op geen enkele manier gebruik heeft gemaakt van de logische stappen in de met de sportsector eerder afgesproken routekaart. Nu worden we geconfronteerd met een duivels dilemma: wel de competitie openhouden, maar niet trainen. Terwijl er in het voetbal nooit een coronabrandhaard is geweest en sporten je gezond houdt en weerbaar maakt.
Desondanks wil ik geen zeurpiet zijn, of me aansluiten bij de rij boze mensen, want dit demissionair kabinet staat voor de bijna onmogelijke taak een dodelijk virus te bevechten, maar moet voor iedere scheet naar de Tweede Kamer om de discussie over maatregelen aan te gaan.
En zeker, ook ik heb bij het beleid mijn twijfels. Internist Marcel Levi gaf daar woorden aan in het NRC van dit weekend: “Als de IC-capaciteit de bottleneck is waar de hele maatschappij door gegijzeld wordt, doe er dan wat aan.” Daarbij blijft de bepaling wat essentieel is en wat niet, onnavolgbaar. En als er dertig kinderen in de klas zitten, waarom zou je dan ’s avonds niet mogen voetballen in de frisse buitenlucht, terwijl je na vijf uur wel met vrienden tegen een bal mag trappen in een stadspark?
Het neemt niet weg dat het amateurvoetbal de rug recht om er het beste van te maken. Leden van het OMT zouden daar een voorbeeld aan kunnen nemen. Die blijven maar in de media opduiken om beleidskeuzes te bekritiseren, waar ze notabene voor een belangrijk deel aan hebben bijgedragen.
Vriendelijk verzoek: stop daarmee, deze tijd is al verwarrend genoeg.