Column Jan Dirk van der Zee, directeur amateurvoetbal
“Clubs nog meer openstellen voor hun omgeving door van allerlei extra activiteiten te organiseren”
Column Jan Dirk van der Zee, directeur amateurvoetbal
Waarom het amateurvoetbal veel sterker is dan Wifi
Open deuren… Zie ze maar eens te vermijden als je antwoord moet geven op de vraag, waarom je zo graag naar je voetbalvereniging gaat? Dan liggen de clichés als valstrikken achter elkaar. Oud-professionals Tim de Cler en Houssin Bezzai overkwam het in de documentaire ‘Jouw club voor iedereen’, die afgelopen vrijdag op Youtube verscheen.
Het is een korte film van de KNVB en het Oranjefonds over de betekenis van het amateurvoetbal in Nederland, uitgebracht ter ere van de Nationale Voetbaldag op 12 juni aanstaande. Om zich alvast te verontschuldigen zegt De Cler in de camera: “Het is een cliché, maar voetbalvereniging Lugdunum voelt voor mij als een tweede thuis, een familie, een warm bad. Nog steeds voel ik de euforie als ik hier door het toegangshek loop.”
Dat gevoel was afgelopen zaterdag bijna aan te raken. Na acht maanden van onthouding en beperkingen in het amateurvoetbal mochten we eindelijk weer naar de club. Voor sommige oudere mensen die ik bij de verenigingen sprak, was het zelfs de eerste keer in zestien maanden, dat ze terug waren op de sportaccommodatie. Ook de mannen van vv Voorwaarts 5 uit Utrecht konden hun geluk niet op. Zaterdagnacht om 00.01 uur trapten zij af voor een trainingspartijtje. Een tikkeltje melig misschien, maar het maakte wel meteen duidelijk welke rol het Nederlandse amateurvoetbal speelt. Met 1,2 miljoen leden, bijna 3000 verenigingen en 400.000 vrijwilligers is onze sport het grootste fysieke sociale netwerk van dit land. Stel dat je zoveel mensen zo’n lange periode van Wifi zou afsluiten in plaats van het amateurvoetbal, dan heb je een opstand.
Maar ook in het amateurvoetbal hadden de beperkingen van de coronamaatregelen niet veel langer moeten duren of er was verzet gekomen. Sommige clubs namen de bocht al wat ruimer. Ook bij mij heeft burgerlijke ongehoorzaamheid wel eens door het hoofd gespookt. De financiële ellende waar een belangrijk deel van de verenigingen op afstevende, had de samenleving namelijk veel meer schade berokkend. Als directeur amateurvoetbal ervaar ik dagelijks wat een club voor zijn omgeving betekent. Welke kracht ervan uitgaat om in steden en dorpen mensen in beweging te krijgen en met elkaar te verbinden. Waarbij de kantine fungeert als ontmoetingsplek en verzamelplaats van activiteiten. Dat sterke sociale karakter van verenigingen en alle positieve neveneffecten die daar bij horen, is door de lockdowns behoorlijk ingedamd.
Om die reden organiseert de KNVB aanstaande zaterdag de Nationale Voetbaldag. Een idee dat is ontstaan in de voorbereiding van het EK 2020 en waarvan het de bedoeling is dat het ieder jaar wordt georganiseerd. Doel: clubs nog meer openstellen voor hun omgeving door allerlei extra activiteiten te organiseren. Zo worden er pupillentoernooitjes gehouden bij verzorgingshuizen, picknicks opgezet met Jeugdwerk, ziekenhuispersoneel uitgenodigd om langs te komen en E-sports-wedstrijden gespeeld. In totaal doen meer dan 500 clubs mee en er zijn inmiddels 100.0000 mensen in het land bij betrokken. Niet slecht voor een evenement waarvan het lange tijd onzeker was of het door de corona-ontwikkelingen wel live kon plaatsvinden. Maar zoals altijd in het amateurvoetbal; wij laten ons niet kisten.
Cliché? Zeker, maar zoals dat is met open deuren, ze zijn wel waar.